spinster home spinster . writing . web-specific art. het world wide web als artistiek medium

Introductie


Inleiding


Hoofdstuk 1
Internet en het World Wide Web

A. Internet

  1. Geschiedenis
  2. Karakteristieken

B. World Wide Web

  1. Geschiedenis
  2. Karakteristieken
  3. Componenten van een webpagina
    a. HTML
    b. VRML
    c. CGI-scripts
    d. Java
    e. Plug-ins

Hoofdstuk 2
Theoretisch kader

A. Mediatheorie

  1. Marshall McLuhan
  2. Vilém Flusser
  3. Friedrich Kittler
  4. Mediatheorie: conclusie

B. Postmodernisme

Inleiding

  1. Het postmoderne denken
  2. Jean Baudrillard
  3. Paul Virilio

C. Digitale esthetica

Inleiding

  1. Immaterialiteit: simulatie
  2. Machine-esthetica: proces
  3. Netwerk-esthetica: interactie

Hoofdstuk 3
Webprojecten

A. Virtuele galerijen

  1. äda 'web
  2. Artnetweb
  3. Flyvision
  4. The Thing

B. "Real life" instituten

  1. Dia Center for the Arts
  2. Voyager Web Projects
  3. KHM (Kunsthochschule für Medien Wien)

C. Autonome initiatieven

Inleiding

  1. Michaël Samyn
  2. OTIS/SITO
  3. David Blair: Waxweb
  4. etoy.INTERNET-TANK-NETWORK
  5. Anti:Rom
  6. De Digitale Stad

D. Wedstrijden

  1. Prix Ars Electronica
  2. Digital Salon

E. Net.art

Inleiding

  1. Nettime
  2. Moscow WWWArt Centre
  3. jodi - <we serve no content>
  4. irational
  5. Olia Lialina

F. Conclusie

"Geografie" van instituten


Hoofdstuk 4
Medium, inhoud en thematiek

A. Medium en inhoud

  1. Traditie
  2. Interface, multimedia
  3. Het netwerk

B. Thematiek

Inleiding

  1. Interface en metafoor
  2. Politiek, activisme en het Net
  3. Communicatie en sociale structuren

C. Conclusie

Positionering van webkunst


Besluit

Een algemene conclusie...


Bibliografie

A. Gedrukte bronnen

Gedrukt bronnenmateriaal

B. Online bronnen

  1. Webprojecten
  2. Instituten
  3. Theorie

Hoofdstuk 4
Medium, inhoud en thematiek

A. Medium en inhoud

1. Traditie

Wanneer we terugkijken naar de webprojecten die besproken werden in hoofdstuk 3, dan zien we in eerste instantie een aantal artiesten aan het werk die voordien een oeuvre uitgebouwd hebben binnen het "analoge" kunstcircuit, en die van daaruit de stap gezet hebben naar het Web, vaak op initiatief van een webgalerij. Äda 'web(297) en het Dia Center(298) spelen op dit vlak een belangrijke rol; Benjamin Weil, curator van da ëweb, wil op deze manier aantonen dat het beheersen van het medium niet de eerste vereiste is om een interessant webproject samen te stellen(299). Een motivatie die hij nooit expliciet tot uiting brengt, maar die zeker een rol speelt, is het feit dat bekende namen zoals Jenny Holzer en Lawrence Weiner 'publiekstrekkers' zijn voor de site.

Dergelijke projecten worden meestal niet door de kunstenaar zelf geproduceerd; het concept wordt in samenwerking met de webgalerij uitgewerkt, en de HTML-code en programmaís worden door medewerkers uitgeschreven. Deze werkwijze vertoont verwantschap met die van sommige conceptuele kunstenaars - een heel aantal van dergelijke webprojecten staan trouwens op naam van artiesten die in de conceptuele kunst actief waren of zijn. Bovendien, zoals reeds aangehaald werd in hoofdstuk 3, was het Dia Center gedurende de jaren '70 bijzonder actief op het vlak van de conceptuele kunst; het is dus vertrouwd met deze manier van werken.

Verder zal de bezoeker zelden of nooit het e-mailadres van de kunstenaar op een dergelijke site aantreffen; zoals in de traditionele kunst bestaat er een aanzienlijke afstand tussen de maker en de toeschouwer of gebruiker, zelfs wanneer het project zelf mogelijkheden tot interactie biedt, zoals het geval is bij Komar en Melamid of bij Jenny Holzer. Het publiek kan niet rechtstreeks feedback verlenen, wat bij andere vormen van web art (cfr. infra) wel het geval is, vaak zelfs aangemoedigd en meestal sterk geapprecieerd wordt door de kunstenaar(300). In de meeste gevallen is het wel mogelijk om eigen commentaar achter te laten op de site van de galerij.

Deze manier van adaptatie van het medium kan verschillende vormen aannemen:

Een eerste mogelijkheid is het gebruik van het Web als documentatiemedium voor voorafgaand analoog werk, bijvoorbeeld een performance of de bouw van een installatie, zoals we een aantal voorbeelden zien bij het Dia Center. Ook de sites van Laurie Anderson en de Guerilla Girls bij Voyager(301) kunnen tot deze categorie gerekend worden. Deze werkwijze ligt niet echt ver van het gebruik van het Web als ìexpositieruimteî en promotiekanaal door kunstenaars die in traditionele media werken; het gevaar is dus niet denkbeeldig dat een dergelijk project artistiek weinig interessants te bieden heeft, nog afgezien van de typische problemen die opduiken bij het documenteren van performances - de directe, "live" confrontatie met het gebeuren kan nooit exact weergegeven worden, en het standpunt van diegene die het gebeuren vastlegt, wordt aan het publiek opgedrongen. Anderzijds biedt een multimedia-presentatie interessante mogelijkheden, wat voor een meerwaarde en een nieuwe invalshoek kan zorgen - denken we maar aan Laurie Andersons CD-ROM en online-project Puppet Motel. Echter, een gesloten medium zoals een CD-ROM is in dit geval vaak een betere oplossing dan een project op het Web, omdat het netwerk op zich meestal weinig relevantie heeft; participatie door de toeschouwer is meestal geen vereiste.

Voor The People's Choice van Komar en Melamid(302) is dit wel het geval - het Web is voor deze kunstenaars bijzonder functioneel, omdat het hen een nieuw onderzoeksterrein biedt en tegelijk een uitstekend instrument om marktonderzoek te verrichten. Als bij toeval vervult het Web specifieke behoeften die in het concept van hun artistiek project besloten liggen. Hun motivatie ligt niet zozeer in een fascinatie voor het medium.

Jenny Holzer daarentegen is wel door technologie gefascineerd; reeds vroeger in haar oeuvre toonde ze interesse voor technische (massa)media, maar vaak waren de toepassingen daarvan niet echt geslaagd (zoals bij haar Virtual Reality-projecten). In dit opzicht is Please Change Beliefs(303) interessanter, hoewel de bedoeling van het interactieve gedeelte niet echt duidelijk is - is de artieste van plan om later iets te doen met de gewijzigde Truisms, of ligt haar drijfveer louter in de fascinatie voor het nieuwe medium? Heel wat kunstenaars zijn als het ware ìverblindî door de nieuwe mogelijkheden van de technologie - multimedia, interactie - en stellen projecten samen die louter door deze interesse geïnspireerd zijn, zodat inhoud en kritische reflectie op de achtergrond verdwijnen. Een aantal werken bij Flyvision zijn hier een voorbeeld van.

Het is duidelijk dat een dergelijk project voor de meeste kunstenaars slechts een éénmalige "uitstap" is in een medium dat hen eigenlijk niet echt vertrouwd is. Roy Ascott wijst erop dat artiesten uit het traditionele kunstcircuit de computer vooral benaderen als instrument, niet als environment. Vanuit zijn positie als pionierend digitaal kunstenaar stelt hij zich nogal vijandig tegen deze vorm van adaptatie op:

The paradox is that the more we might try to put "art" into cyberspace, the less likely that it will display any aesthetic qualities. By that I mean that to attempt to force into the Net those attitudes, values and aesthetics of behaviour which made sense in the art of the pre-telematic era will be counterproductive. It is only the most open-ended, even chaotic, interpenetration of minds, and the most vibrant connectivity and intensive global interaction which will bring art into cyberculture. Trying to plumb "Art" in won't work.(304)

Vergelijk met de volgende uitspraak van Joan Heemskerk (jodi) en Alexei Shulgin:

Alexei: (...) Its like with any other media: you either feel this medium or not (talking about the artistic approach). If you feel these digits and networks and how the signal comes and how a modem works. You just have to feel it. And if you do, you are able to do some good work. If you come in with some other ideas, with the same approach as gallery art, it doesn't work. I see very little people who really feel the net and understand how the net works and what its all about.

Joan: Thats about the medium. If you work with the net you have to understand the net, if you work with the medium radio you have to understand radio.(305)

De stap van het analoge kunstcircuit naar het Web is eigenlijk niet zo groot; technische bagage is niet noodzakelijk. Web art is een 'low tech' vorm van digitale kunst, door de vrij lage moeilijkheidsgraad van de HTML-code en van de omgang met het medium. Bovendien is het aspect van menselijke communicatie en interactie heel belangrijk, zoals aangetoond werd in hoofdstuk 2. Dit maakt het Web aantrekkelijk voor artiesten uit de traditionele hoek. De uitspraak van Roy Ascott dient met een korrel zout genomen te worden; deze projecten bezitten zeker artistieke kwaliteiten maar zijn niet de interessantste vorm van webkunst, omdat de nodige reflectie over het medium ontbreekt.

<< >>

 

  1. äda 'web. 1997. http://www.adaweb.com/
  2. Dia Center for the Arts. 1997. http://www.diacenter.org/
  3. Weil, Benjamin [beweil@adaweb.com]. "Re: art on net." 10 april 1997. Nettime. http://www.factory.org/nettime/
  4. Zie ook punt 3 in het tweede deel van dit hoofdstuk voor een bespreking van de rol van de toeschouwer of gebruiker.
  5. "Voyager Web Projects." Voyager. 1997. http://www.voyagerco.com/projects/
  6. Komar, Vitaly en Melamid, Alex. "Most Wanted Paintings." Dia Center For the Arts. 1997. http://www.diacenter.org/km/index.html
  7. Holzer, Jenny. "please change beliefs." äda'web. 1997. http://adaweb.com/project/holzer/cgi/pcb.cgi
  8. Ascott, Roy. "Apparitional Aesthetics." Permanent Flux. 1995. http://www.dds.nl/~flux/nl/text/ascott.html
  9. Bosma, Josephine [jesis@xs4all.nl]. "independent net.art." 6 juli 1997. Nettime. http://www.factory.org/nettime/

 

Copyright © 1997
Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons License.
Deze scriptie is in augustus 1997 afgewerkt en sindsdien niet meer aangepast.
Laatste update van deze pagina: 27.01.2005